Leestijd: 6 minuten.

Het leek wel alsof we ons met z’n allen nog nooit zó hadden verveeld. Op social media struikelde je over de bananenbroodrecepten, heel Nederland ging ineens de zolder opruimen of de badkamer verbouwen, en Google vulde je zoekopdracht “wat te doen als…” automatisch aan met “…je je verveelt”. Ook bij mij sloeg de coronaverveling al snel toe. Achteraf gezien was 2020 misschien niet het ideale jaar om voor mezelf te beginnen: vanaf maart droogden mijn opdrachten snel op en zonder werk, partner of kinderen was er bar weinig wat moest. Dus deed ik wat ik altijd doe als ik het even niet meer weet: prakkiseren over van alles en nog wat. Maar vooral over de verveling, die langzaamaan de overhand begon te nemen.

Grappig woord eigenlijk.

Ver.

Velen.

Eigenlijk staat er gewoon ‘er veel van maken’, zoals verminderen ‘er minder van maken’ betekent. Pas vanaf de veertiende eeuw werd vervelen gebruikt als ‘onaangenaam worden’: je ongemak wordt ver-veeld. Vermeerderd dus. Op die manier gebruiken we het nog steeds: als je tegen je vriendin zegt dat je het vervelend vindt dat ze haar enkel heeft verstuikt, bevestig je dat haar ongemak vermeerderd is: dat haar leed is ver-vééld.  

En niet (per sé) dat je het maar een saai verhaal vindt.

Die betekenis van verveling als saaiheid – dus dat een bepaald psychologische ongemak vermenigvuldigd wordt – ontstond pas twee eeuwen later. En weer twee eeuwen daarna, in de achttiende eeuw, verschijnt ineens het woordje ‘zich’ voor vervelen. Het werd wederkerig: taalkundig gezien begonnen we onszelf te vervelen. Wanneer je zegt ‘ik verveel me’, dan  geef je dus al toe dat je het jezelf aandoet. Dat je zelf een lastige emotie vermenigvuldigd totdat die je te veel wordt. Dus.

Afleiden

Over waaróm we onszelf eigenlijk vervelen, is de laatste tijd al het een en ander geschreven. Zo zou het een weliswaar onprettige maar functionele emotie zijn, net zoiets als angst. Maar als je bang bent, helpt het niet echt om te weten dat angst een verklaarbare en nuttige emotie is. Wat helpt wel? Nou, jezelf afleiden, bijvoorbeeld. En dus proberen we dat met verveling ook. Van oude hobby’s afstoffen tot creatieve fotoshoots op instagram: tijdens de lockdown was er geen gebrek aan tips voor hoe je verveling kun tégengaan. En vaak lukte me dat ook wel, tenminste eventjes. Zo had ik de grootste lol met mijn bijdrage aan Tussen Kunst en Quarantaine. Hop, en de verveling was weer eventjes weg.

Maar ineens bedacht ik me dat dat eigenlijk jammer is.

@tussenkunstenquarantaine vroeg mensen om hun favoriete schilderij uit te beelden. Bij mij werd dat ‘Saturnus verslindt zijn zoon’ van Goya.

Ik herinnerde me wat ik leerde tijdens mijn opleiding tot contemplatief fotograaf. En dat bracht me ertoe om te proberen om m’n verveling niet te ontsnappen, maar om erbij te blijven. Om ‘m te ervaren. Te onderzoeken. Te doorgronden. Ja, zelfs te omarmen. Want verveling is een kans voor persoonlijke groei: een kans om met een vervelende emotie om te leren gaan. Een oefening in aanvaarden dat die nu eenmaal ook bij het leven horen. Een kans die ik zou verspelen als ik ’t uit de weg zou gaan met weer het volgende leuke projectje.

Dat is trouwens geen nieuw of radicaal inzicht.

Veel vormen van boeddhisme bijvoorbeeld stimuleren heel bewust verveling: sit, cook, eat, repeat. Maar bij de westerse beginner die een klooster bezoekt, komt die boodschap vaak niet aan. Meditatiemeester Chögyam Trungpa schreef wat veel bezoekers na afloop van hun bezoek aan het thuisfront vertellen:

Vorig jaar heb ik zes maanden in een klooster doorgebracht. Ik zag de herfst overgaan in de winter terwijl ik zitmeditatie beoefende en alles was zo precies en prachtig. Ik heb opnieuw leren zitten en lopen en eten. Het was een fantastische ervaring. Moet je zeker ook eens doen, is hartstikke leuk. Ik heb me geen moment verveeld!

En dat was dus precies niet de bedoeling. Maar waarom dan niet? Nou, omdat de verveling een cruciale stap is in wat Chögyam Trungpa het ‘ontrafelingsproces van het ego’ noemt. Hij beschrijft dat proces als een chirurgische operatie, waarbij de eerste stap is om het onderbewuste gebabbel in onze geest te doorsnijden. Daar kunnen we bepaalde technieken voor gebruiken, zoals zitmeditatie maar ook contemplatieve fotografie.

Hete verveling

Het doorsnijden van het gebabbel begint volgens hem pas écht wanneer we verveling beginnen te voelen. Het begint met wat hij ‘hete verveling’ noemt. Een onrustige, geïrriteerde verveling. Die kan bestaan uit verschillende gevoelens, met bijbehorende interne dialogen. Het gevoel dat er iets niet gebeurt, bijvoorbeeld: “Man, wat is dit saai”. Of het gevoel dat er, hopelijk binnenkort, iets stáát te gebeuren: “Hoe lang gaat dit nog duren? Wat doen we hierna?”. En het alomtegenwoordige waardeoordeel of commentaar op jezelf: “Dit slaat nergens op. Was ik maar iets anders aan het doen…”.

En dat is allemaal heel logisch, want onze geest verlangt naar entertainment. Is altijd op zoek naar houvast. Iets om zich op te richten. Iets nieuws, iets spannends, iets boeiends. En verveling is juist de afwezigheid van die houvast. Of beter gezegd: verveling gaat lijnrecht tegen die houvast in.

Koele verveling is als een kabbelende beek: verfrissend en voortdurend stromend

Als je lang genoeg bij je verveling durft te blijven – dus als je niet ingaat op de uitnodiging van je onrustige geest om iets anders te gaan doen – dan zal je merken dat die hete verveling overgaat in iets anders. We zouden het ‘koele verveling’ kunnen noemen. Verveling als een kabbelende beek: verfrissend en voortdurend stromend. We realiseren ons dat we niets hoeven te doen, en niets hoeven te verwachten. Ineens kost het geen moeite meer om erbij te blijven: een beek krijgt er immers ook nooit genoeg van om een beek te zijn.

Eenvoud

Het was meester Trungpa die in de jaren ’70 voor het eerst fotografie inzette als een gereedschap om die interne dialoog te doorsnijden. In Miksang contemplatieve fotografie zoeken we verveling dus heel bewust op. Maar tijdens de lockdown hoefden we daar weinig moeite voor te doen: we kregen die verveling op een presenteerblaadje aangereikt. Ik nam het aan als een kans, als een soort vliegende start. In plaats van verveling uit de weg te gaan, omarmde ik ‘m. Ervoer ik hoe mijn psychologische ongemak gaandeweg niet langer verveelde maar juist verminderde. Van veelvoud naar éénvoud.

Eén gedachte tegelijk.

Eén waarneming tegelijk.

Eén foto tegelijk.

Het hielp me enorm om die lastige periode door te komen. En stiekem denk ik dat jij die eenvoud óók als verfrissend zou kunnen ervaren. Des te meer omdat je die niet had kunnen bereiken zonder die verveling waar je nu uit alle macht vanaf wilt.

Meer weten over contemplatieve fotografie? Bezoek de website www.miksang.nl van Hèlen Vink.

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: